Geen plek voor uitzonderingen
Als je de zorg van binnenuit meemaakt, merk je te veel hoe alles geregeerd wordt door de statistiek, het gemiddelde en het protocol. Het is net het onderwijs: toegespitst op de grote groep.
 
Mijn ervaringen met de zorg zijn eigenlijk best positief, maar als er één ding is dat me stoort, dan is het wel dat: dat alles gericht is op de grote groep. De uitzondering vindt er geen plek.
 
En wat als je dan een uitzondering bent?
 
Vechten voor je leven
Ik heb nooit in een coma gezeten, maar wel in een zwart gat. Na mijn hersenbloeding ben ik daar (voeten vooruit?) ingedoken en ik weet nu uit eigen ervaring: zwarte gaten bestaan.
 
Ik hoorde later wat er tijdens die meer dan twee maanden zoal gebeurd is. Het is maar goed dat ik er toen niks van heb meegekregen. Veel ellende. Ik zie het zelfs op de foto’s.
 
Langzamerhand ben ik uit dat gat gekropen. Na dat gevecht op leven en dood (meer dan drie weken op de IC) is een ander gevecht begonnen: dat voor levenskwaliteit.
 
Vechten voor je levenskwaliteit
Van rolstoel naar wandelstok, weer “dunne dranken” mogen drinken, weer verstaanbaar kunnen praten, weer werken, weer koffie met taart, weer kunnen wandelen in steden en in het bos.
 
Ja, dat is levenskwaliteit.
Haal er alles uit
Als soort doen we maar wat. We denken allemaal nogal slim te zijn, maar eigenlijk zijn we een beetje dom bezig. We leven maar wat.
 
Het liefst doen we wat anderen ook doen.
 
Op die manier halen we lang niet uit ons leven wat er uit te halen is.
 
Vlijtige meisjes
De overeenkomsten tussen onderwijs en zorg zijn niet gering: alles gericht op de grote groep.
 
Wat in het onderwijs beloond wordt: slim zijn, ordelijkheid, netheid, binnen de lijntjes kleuren.
 
Ben je wel slim, maar een compleet warhoofd, dan val je buiten het vlijtige-meisjesconcept: jammer, maar helaas. En het effect versterkt zichzelf natuurlijk: omdat het gedrag van vlijtige meisjes zo wordt beloond, druppelen ook steeds meer vlijtige meisjes dat onderwijs binnen als docente.
 
Een soort van 3xR, vrees ik.
 
Willen we dat, alles op maat van het gemiddelde?
 
Levenskwaliteit
“Ik zie het bij mensen in mijn omgeving: zot zijn doet niet zeer.”
 
Zot zijn doet niet zeer
Ik zie het bij mensen in mijn omgeving: zot zijn doet niet zeer. De buurman, mijn vader, ze zijn bijzonder, ze vallen buiten de grote groep, maar het doet niet zeer.
 
De leuke afwijking waar ze aan lijden komt voort uit hun hersenen.
 
Zou ik er ook last van hebben?
 
Misschien een geruststelling voor u: het is niet omdat het niet zeer doet dat je zot bent. Pfff, wat een opluchting.